De hersenen, het domein van het denken en van de gedachten. Ieder mens heeft ze, de gedachten ze zijn individueel, onzichtbaar en bevatten emoties. Gedachten komen op en verdwijnen en maken plaats voor een volgende gedachte. Ze staan nooit op zichzelf. Ze maken deel uit van een reeks. Ons brein is dan ook onophoudelijk in beweging.

Als klein kind was ik hierdoor al gefascineerd en deed ik ‘s avonds wanneer ik op bed lag vaak pogingen mijn gedachten te laten stoppen. Ook nu nog schieten mijn gedachten soms tot vervelends toe alle kanten op. Ik ben niet echt een chaotisch type maar vind die stromingen in mijn gedachten soms knap lastig. In mijn werken van de afgelopen drie jaar wordt deze fascinatie voor gedachten steeds zichtbaarder. Hoe bewegen ze zich, hoe ongrijpbaar zijn ze en hoe zijn ze verweven met een gevoel?

In mijn laatste ontwerp Op borrelende gedachten en de zes gouden kussens dat ik maak voor het nieuwe Cultureel Centrum van de gemeente Zuidhorn, staan ook weer gedachten centraal. Gedachten vormen immers de basis van de ideeÎn en liggen ten grondslag aan de cultuur van de mensheid.

Het gebouw heeft een architectuur van eenvoud en helderheid. Glazen puien, subtiel gekleurd, scheiden binnen en buiten. Voor het gebouw is een uitgestrekt bassin met een dun laagje water, dat zacht heen en weer stroomt. Op de bodem van het bassin in het beton staan korte teksten. Het zijn gedachten die leerlingen van de basisschool hadden als associatie bij het Cultureel Centrum.

Op het wateroppervlak ‘zweven’ glanzende bollen in heldere sprankelende kleuren en verschillende maten. De bollen zijn zodanig aan de bodem bevestigd dat ze stevig vast zitten, maar wel de suggestie wekken dat ze drijven, meedrijven op de stroom van het water. Die beweging, de weerspiegeling van het water in het oppervlak van de bollen, de teksten die soms duidelijk leesbaar zijn en dan weer verdwijnen in het bewegende water, staan symbool voor ideeÎnstromen. Het zijn gedachten die opborrelen en weer plaatsmaken voor nieuwe gedachten.

Achter het gebouw van het Cultureel Centrum bevindt zich een tuin met een grasveld, een stilteplek. Hier komen de zes gouden kussens. Het kussen als object uit de alledaagse omgeving is van alle culturen en heeft een geschiedenis die bijna zo oud is als de mensheid zelf. Met de uitvinding van het kussen kan de mens zich letterlijk ontworstelen aan de hardheid van het bestaan. Het kussen als begrensd object met de onbegrensde en onbestemde vorm zie ik als een metafoor voor de menselijke geest met zijn bewuste en onbewuste gedachten. De kussens zijn gegoten in polyurethaan en met bladgoud bekleed en nodigen uit tot een moment van rust en reflectie.

De werken die de bezoekers terloops laten proeven van het mysterie kleur, reageren op elkaar en op de architectuur en accentueren het karakter van die plekken. Met dit werk wil ik de bezoeker aan het Cultureel Centrum niet alleen een frisse en feestelijke ervaring geven, maar ook een gevoel van verwondering oproepen.

uit: Kunstbeeld – maart 2007